Jargon in hondentraining

Samen met je pup op puppycursus gaan, je puberende hond die op een eigenwijze manier de wereld aan het verkennen is of je oude hond nieuwe trucjes aanleren 😉 Iedere hondenbaasje heeft wel te maken met hondentraining.
Er bestaan verschillende trainingsmethodes en hierbinnen worden diverse begrippen gehanteerd. Sommige termen zijn lastig uit elkaar te houden en zorgen voor verwarring en daarnaast zijn er ook veel discussies gaande wat betreft de verscheidene methodes. In dit artikel zullen we jargon uit de trainingswereld uitleggen.

Maar voordat we hierop overgaan, eerst even een kleine toelichting...
Het gebruik van jargon binnen een vakgebied kan handig zijn om een principe te kunnen uitleggen of toe te lichten. Toch kan de perceptie of invulling van deze begrippen per persoon verschillen, zeker wanneer er (vaak wetenschappelijke) woorden worden gebruikt die in het dagelijks leven een andere betekenis hebben. Dit is met name het geval bij 'operante conditionering', waarbij 'positief' en 'negatief' wordt gehanteerd (later hierover meer).
Als je een beetje op het internet struint, dan kom je er bovendien al snel achter dat er zelfs kampen zijn ontstaan die op elkaar afgeven. 
In dit artikel wil ik geen oordeel vellen over de methodes of een voorkeur aangeven voor de een boven de ander, maar alleen wat helderheid verschaffen over de begrippen. Je zult ze namelijk vaak tegenkomen in blogs en forums of in gesprekken tijdens het speeluurtje in het hondenpark. Misschien dat het je kan helpen om meer inzicht te krijgen in je eigen opvoeding, ter voorbereiding op een training/cursus of om verwarringen te verminderen.

Operante conditionering
De vier principes van deze leervorm vormen de basis voor de meeste trainingsmethodes. Het doel bij operante conditionering is om ofwel een bepaald gedrag vaker te laten voorkomen of juist minder.

De vier principes:
  1. Positieve versterking (Positive reinforcement), ook wel positieve bekrachtiging genoemd
  2. Negatieve versterking (Negative reinforcement), ook wel negatieve bekrachtiging genoemd
  3. Positieve straf/correctie (Positive punishment)
  4. Negatieve straf (Negative punishment)


Het idee is dat de hond van een gebeurtenis leert (door een gevolg of resultaat) en het gedrag hierop aanpast. Door een gebeurtenis te versterken zal de hond het vaker gaan doen en door een straf toe te voegen, zal de hond ermee ophouden.

De gebruikte termen van deze principes veroorzaken echter vaak verwarring, omdat met de woorden 'positief' en 'negatief' niet hetzelfde wordt bedoeld als 'goed' of 'slecht'. Je kunt het beter bekijken als een plus en min. Bij positief voeg je als baasje iets toe aan de gebeurtenis en bij negatief wordt een element weggehaald.

Bij iets toevoegen kun je denken aan het geven van een beloningssnoepje, een aaitje over de bol of lovende woordjes (braaf!, goed zo!). Maar je hond een klap geven, in de nekvel grijpen of keihard gaan schreeuwen is theoretisch ook iets toevoegen aan een gebeurtenis en valt dus onder 'positief'.

Iets weghalen kan betekenen een speeltje afnemen, je hond negeren en geen aandacht meer geven en je rug naar haar toe keren. Maar ook de spanning op de riem loslaten zodat ze meer bewegingsvrijheid heeft, is een element wegnemen en dus 'negatief'.

Ook het woord 'straf' wordt vaak letterlijk opgevat. Nu denk je waarschijnlijk meteen weer aan die klap. Het betekent echter niet je hond lichamelijk of geestelijk pijn doen. Straf kan bijvoorbeeld inhouden je hond wegtrekken van iets of het roepen van 'nee' of 'foei'.

Enkele voorbeelden

Positieve versterking

Iets toevoegen dat jouw maatje ontzettend leuk of lekker vindt om een gewenst gedrag te stimuleren en te herhalen/versterken. Makkelijkste voorbeeld is het geven van een snoepje bij het opvolgen van een commando. Maar bijv. ook net nadat je hond is gestopt met blaffen, heel veel knuffels, aaitjes en braafjes te geven.


Negatieve versterking

Wanneer iets wordt weggehaald wat de hond juist niet fijn vindt om een gewenst gedrag te stimuleren en te herhalen/versterken. Een voorbeeld hiervan is de slipketting of wurgketting. Wanneer de hond trekt, dan veroorzaakt deze ketting een oncomfortabel/pijnlijk gevoel. Trekt hij niet, dan zal het losser om de nek gaan zitten en verdwijnt het vervelende gevoel.


Positieve straf

Iets toevoegen wat jouw maatje niet fijn vindt om ongewenst gedrag te laten verminderen of te laten ophouden. Bijv. je hond springt tegen iemand op. Een ruk aan de riem en hem naar beneden trekken, is iets toevoegen om hem te laten stoppen met opspringen. Tegelijkertijd zul je vaak ook 'nee!' roepen of 'laag'. Ook dit valt onder positieve straf, omdat je iets (verbaals) toevoegt bij het zien van ongewenst gedrag


Negatieve straf

Is iets weghalen wat jouw beste vriend heel leuk of lekker vindt om ongewenst gedrag te laten verminderen of te laten ophouden. Bijv. de bal niet meer gooien of wegstoppen, omdat je wilt dat je hond stopt met blaffen tijdens het spelen.

De eerste twee dagen dat Stitch bij ons was, heeft hij het voor elkaar gekregen onze borden op tafel leeg te vreten 😈. Om hem het commando 'leave it' (afblijven) aan te leren, hebben we een snoepje voor hem op de grond neergelegd. Als hij het wilde pakken, zeiden we 'nee' en 'leave it' opnieuw, samen met een open handgebaar ✋ en hebben het snoepje weggepakt. Als hij het snoepje vervolgens niet pakte, dan kreeg hij het snoepje en natuurlijk veel hoera's. Zodra hij het commando onder de knie had, legden we onze borden voor zijn neus met weer het commando. Hij heeft hierna nooit meer van onze borden gegeten 😇.

Laten we deze situatie proberen te categoriseren. Het snoepje wegpakken als Stitch het wilde pakken, valt onder negatieve straf. Maar het snoepje geven wanneer hij het heeft laten liggen, valt onder positieve versterking. Dus je kunt het vanaf meerdere kanten bekijken. Of stellen dat het aanleren van dit commando een combinatie is van meerdere principes van het operante conditionering.

Klassieke conditionering
Ontwikkeld door Ivan Pavlov, waarbij iets wordt aangeleerd door associatie ofwel het koppelen van bepaalde dingen.

Nu heb ik zelf geen enkele illusie dat ik mijn vier katten iets kan aanleren. Maar ik zie genoeg dingen die zij zichzelf hebben aangeleerd. Zo weten ze heel goed (Stitch inclusief) dat als we thuiskomen van het wandelen het snacktijd is. Bij binnenkomst staan ze dus allemaal 'kwijlend' bij de snackdoos.

Het verschil tussen operante conditionering en klassieke conditionering, is dat bij klassiek onbewust een emotie wordt gekoppeld aan een gebeurtenis > als Stitch thuiskomt, krijgen we iets lekkers 🤤 

Bij operante stimuleer je bewust een bepaald gedrag (versterken) of juist demotiverend (straf) door middel van gevolgen/resultaten > als een van de katten probeert het snoepje van Stitch te stelen, dan krijgt hij een snauw van hem. Stitch is zoveel beter in het trainen van katten dan ik 😄

Klassieke conditionering kan gebruikt worden om honden te laten wennen aan iets, bijvoorbeeld vuurwerk. Zo gebruiken wij het door in Oktober/November al te beginnen met het afspelen van speellijsten met vuurwerkgeluiden.

Desensitiseren en counterconditionering
Deze twee trainingsmethodes worden vaak in combinatie gebruikt om de hond beter aan bepaalde situaties te laten wennen, om ongewenst gedrag in gewenst gedrag te laten veranderen. Het ongewenst gedrag wordt veroorzaakt door emoties, zoals stress, angst of frustratie en de hond wordt geleerd om minder gevoelig te worden/te reageren (=desensitiseren) op een bepaalde trigger. Dit kan bepaalde personen zijn (kinderen, man met pet, vrouw met paraplu), andere dieren of bepaalde plekken/geluiden/gebeurtenissen (glasbak wordt geleegd).

Bij desensitisatie (ook wel systematisch desensitiseren genoemd) wordt via een geleidelijke en langdurig proces de hond steeds meer geconfronteerd met de trigger. Beginnend met minimale blootstelling en dit langzaamaan opvoeren.

Counterconditionering is het opnieuw aanleren wat voor een effect (emoties) een trigger geeft. En omdat we een positief gevoel willen hebben, koppelen we beloningen aan de triggers. Dus bijvoorbeeld iedere keer bij het zien van een kind, wordt een snoepje gegeven.

Gecombineerd houdt het dus in het kort in dat beginnend met minimale blootstelling, de hond leert dat er geen gevaar is en de trigger betekent zelfs iets lekkers. Dit proces wordt steeds herhaald, waarbij de afstand uiteindelijk steeds kleiner wordt en de geluiden luider, maar het aantal snoepjes blijft hetzelfde.

BAT training
Behavior Adjustment Training (B.A.T.) is een training in een gecontroleerde omgeving, waarbij de focus ligt op het desensitiseren van bepaalde tiggers. De hond heeft in deze leervorm vrijwel volledige controle over het proces, waarbij de begeleider (het baasje of hondentrainer) slechts enige aanpassing doorvoert bij het zien van stress en ten behoeve van veiligheid.
Het is voornamelijk bedoeld voor honden die angstig zijn en/of onzeker en mogelijk hierdoor agressief gedrag vertonen.

Er wordt gewerkt met een lange (5 meter) lijn, zodat de hond veel bewegingsvrijheid heeft en de omgeving zelf kan verkennen. Ook wordt een 'afleider' gebruikt, vaak in de vorm van een trigger waar de betreffende hond in het dagelijks leven moeite mee heeft. Zoals een andere hond of een fietser/brommer. De afleider bevindt zich op een grote afstand, zodat de hond langzaam op eigen tempo gewend kan raken aan de situatie. Een belangrijk element is dat de begeleider goed naar de hond kijkt en geen enkele druk uitoefent om de interactie te forceren (door naar de trigger toe te gaan). Wanneer de hond de trigger benadert met een indicatie dat verder gaat dan nieuwsgierigheid, zal de begeleider op een subtiele manier via de riem de afstand weer vergroten.

Clicker training
Een beloningstraining op basis van positieve versterking (positive reinforcement), waarbij gebruik wordt gemaakt van een clicker. Het is voornamelijk bedoeld om nieuwe dingen aan te leren, zoals commando's. Het is een manier om duidelijk met je hond te communiceren, door middel van de juiste timing. Op het exacte moment dat jouw maatje een gewenst gedrag vertoont, klik je op de clicker en het geluid dat het produceert, is een indicatie voor je hond dat dit is wat jij wilt zien want er volgt altijd erna een beloning (vaak een snoepje). Mocht je per ongeluk op de clicker hebben gedrukt, dan heeft jouw maatje geluk, want ook dan komt er een snoepje. Op het moment dat je hond het commando helemaal onder de knie heeft, kun je de clicker weglaten en steeds minder beloningen geven, afwisselen tussen beloningen (braafjes en aaitjes) of soms wel en soms niet een snoepje. 

Tot slot
Veel trainingsmethodes hebben overeenkomsten, maar ook verschillen. Het is belangrijk te realiseren dat iedere hond uniek is en anders reageert op bepaalde situaties bij het bepalen welke methode effectief kan werken bij je hond. Probeer er achter te komen welke beloning jouw beste vriend motiveert, welk snoepje is het lekkerst of misschien zijn trainers helemaal niet zo interessant, maar de bal weer wel. En trouwens wat jij als plezierig ervaart, betekent niet meteen dat jouw maatje dit ook fijn vindt. Andersom kan ook... Als je hond tegen je aanspringt en je duwt hem van je af, dan kan hij de aandacht juist heel leuk vinden (want aandacht is aandacht).

Trainen met je hond is een goede manier om de band tussen jullie te versterken, jullie communicatie te verbeteren en je leert jouw maatje ook nog eens beter kennen. Wees ervan bewust dat op het moment dat je merkt dat de training bij jou of bij je hond stress of frustratie oplevert, het tijd is om wat anders te proberen.

Je kunt natuurlijk altijd de hulp/advies inwinnen van een hondentrainer of gedragstherapeut. In theorie is het verschil tussen deze twee dat een gedragstherapeut gebruik maakt van de klassieke conditionering en een hondentrainer de operante conditionering.
Zoals er verschillende trainingsmethodes zijn en theorieën, zijn er ook veel verschillende professionals met hun eigen werkwijze.
Zo zijn er 'positieve' hondentrainers/-scholen die uitsluitend werken op basis van positieve versterking en principieel tegen correcties zijn. En je hebt 'gebalanceerde' trainers die meerdere verschillende principes of methodes gebruiken. Vaak wel met correcties, maar dan in de vorm van negatieve straf/correctie zoals ongewenst gedrag negeren en de rug toekeren. En je hebt trainers die werken volgens de 'Alpha/leiderschap' methode.

In het begin van dit artikel had ik het over de verschillende kampen die zijn ontstaan. De een geeft af op de ander en die en die methode zou heel slecht zijn voor jouw hond.
Ik kan het niet vaak genoeg benadrukken..; jij kent jouw hond het beste. Mijn advies zou dan ook zijn: ga op onderzoek uit, informeer jezelf, stel vragen en probeer verschillende dingen uit. Doe alleen iets waar jij en jouw beste vriend (!) je comfortabel bij voelen en laat je niet onder druk zetten.

Ik heb geprobeerd om dit artikel zo bondig en neutraal mogelijk te schrijven. Mocht je meer over de onderwerpen willen lezen, dan kun je de bronnen hieronder raadplegen.
En natuurlijk kun je bij ons altijd terecht voor vragen en advies 🐶😇

Bron:
https://www.wshs-dg.org/resource-center/ask-the-trainer/131-ask-the-trainer/414-science-and-art-of-dog-training#:~:text=In%20Operant%20Conditioning%20Theory%2C%20there,thing%20that%20comes%20to%20mind.
https://www.animalhumanesociety.org/news/do-you-really-understand-positive-reinforcement
https://www.patriciamcconnell.com/theotherendoftheleash/counter-classical-or-counter-operant
https://grishastewart.com/8-bat-myths-suggested-revisions-for-clinical-behavioral-medicine-2/#:~:text=MYTH%20%234%3A%20BAT%20is%20just,the%20dog%20and%20fewer%20distractions
https://spcawake.org/wp-content/uploads/2018/07/FearfulPetDesensitization.pdf

Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws op Dogguardian.nl of wil je geen enkele blogartikel missen? Meld je dan aan op onze nieuwsbrief ↘️

Terug naar blog